Leven

Het is een vraag waar je in het laatste kwartaal van je leven moeilijk onderuit komt. Welke keuzes maak ik, wanneer ze zich aandienen, over het voortzetten of beëindigen van mijn leven. Klinkt zwaarwegend maar is op een gegeven moment alledaags. Ongemakken bestrijden bijvoorbeeld. Aangekruist keuzevakje: ja. Dus ga ik naar de dokter wanneer ik nacht na nacht wakker lig van pijn in mijn linkerbeen. Ander matras kopen, was het advies. Het deed me meteen denken aan mijn opa, die alles wat er mis ging bestreed of in zijn ogen voorkwam met zeer geaarde maatregelen. Honing eten, kamillethee bij Jacob Hooy halen, met koud water douchen, niet zeuren en als het echt niet anders kon een likje Purol, die beetje kleverige pasta uit dat wit met blauwe blikje dat klik zegt als opa het opendoet en je schaafwond ermee verzorgt.

Zover dus voor het bestrijden van ongemakken. Ander keuzevakje. Ziekenhuisgangen vol levensverlengende ingrepen eindigend in een verpleeghuisbed? Nee, doe maar niet, heb ik ook bedacht. Maar ja, wat is levensverlengend? Opletten als je op de fiets een kruispunt vol SUV’s en fatbikes nadert? Beter wel. En wat doe ik met de roze vlekken die eerst op mijn arm, gewoon negeren dus, maar op een gegeven moment ook op mijn wang verschijnen. Het beetje jeuk dat ze veroorzaken verdient de titel ongemak bij lange na niet. Maar voortijdig een pijnlijke dood sterven aan uitgezaaide huidkanker is wel weer een harde variant van geen levensverlengende ingrepen.

Dus toch ook daarmee naar de dokter. Zonneschade, zegt die. Het doet me denken aan de nachtschades van opa, een plantenfamilie waarvan ik nooit onthouden heb wanneer ze nu juist wel of niet goed voor je zijn. De oplossing van de dokter ligt al evenzeer in opa’s lijn: Cetomacrogolcrème, verkrijgbaar bij de drogist. Wat is het, vroeg ik me af. Belangrijkste ingrediënt, lees ik op de toch maar braaf aangeschafte tube: Petrolatum. Aardolie. Hetzelfde als Purol dus. Wat zei ik jongen, hoor ik opa.

Misschien, bedacht ik laatst bij een natafelgesprek over euthanasie en wanneer je daar nou wel of niet om zou moeten vragen, gaat mijn denken over gezondheid en doodgaan te veel over wat ik niet wil. Geen ongemakken, niet te veel pijn, geen afhankelijkheid van verzorging, geen cerebrale mist waarin poep op de spiegel smeren logischer lijkt dan onthouden wie je kinderen zijn. Maar net als met fietsen is kijken waar je niet heen wilt contraproductief. Voor je het weet zit je voorwiel in de tramrails die je met je blik fixeert. Dus: wat wil je wél…

Toen viel mijn denken stil. En begreep ik opeens al die mensen die mij voorgingen met een kordaat nee tegen ongemakken, pijn, afhankelijkheid en regieverlies maar eenmaal daar aangeland toch uitkwamen op kan ik nog even bijtekenen. Leven is verslavend. Als je moet kiezen wat je wilt, kom je daar al snel op uit. Ik kan op die schijnbaar onontkoombare route maar één zijpaadje ontdekken: netjes afscheid nemen. Bedanken voor een leven samen, mijn rommel op ruimen, kleiner worden. Kijken door een omgekeerde verrekijker. Wat daarbij helpt, wil ik. Straks dan hè. Later!

Loading spinner
4 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Kees

Nogal herkenbaar. Je hebt er mooie woorden voor gevonden Jos

Henk

ja Jos, het leven is verslavend. en beetje bij beetje afscheid nemen van dingen. Toch hangt iedereen tot het eind aan het leven in het uiteindelijke besef dat het het enige is wat je hebt.

Jos
Antwoord aan  Henk

Zo is het precies…

Astrid Roquas

De alinea over contraproductief denken, die is mooi, daar herken ik het omdenkmoment. U heeft het zo mooi verwoord, dat ik tijdens het lezen mijn hart een huppeltje voelde maken, van zorgelijk, naar weer blij.
Merciekes!