We zijn ze eerder tegengekomen op onze tocht naar de winkels. Hoveniers die met helse apparaten in wolken herrie en stof bermen en tuinen een koppie kleiner maken. Kleindochter Maria (2) heeft iets met herrie. Als klein baby’tje deed ze al direct haar oogjes open zodra er ergens vreemde geluiden klonken. Als iets grotere baby stak ze daar dan een vingertje bij in de lucht. En nog weer later kwam er de verontruste vraag bij: wat hoor ik nou?
Eigenlijk is dat niet veranderd, behalve dat ze nu al van verre het onheil in de gaten heeft.
‘Wat gebeurt daar?’, vraagt ze met datzelfde vingertje in de lucht.
De remedie, voor zover aanwezig, blijft gelijk: uitleggen wat we zien en horen.
‘De mannen maken de heg wat korter’, vertel ik haar terwijl we met de buggy de plaats delict naderen. Omlopen lukt niet, want aan de andere kant van de weg slepen al minstens zo vervaarlijk uitziende werkers in fluorescerende jassen metalen afzethekken met snerpend geluid over de straat. Ik doe mijn handen voor mijn oren en laat het aan Maria zien, als enige maar weinig afdoende oplossing. Ze begint er niet eens aan. Liever de feiten.
‘Ze gaan herrie maken?’, vraagt ze.
Ik knik.
‘Zie je die machine?’, vraag ik haar en wijs op een soort mechanische krokodillenbek die een van de tuinmannen losjes aan zijn arm laat bungelen.
‘Die maakt de herrie.’
Inzicht lucht op, merk ik. Ietsjes. Zo snel mogelijk wegwezen is beter.
Dat doen we dus en op de terugweg zie ik nog wel zo’n busje staan met de deuren open, takken in de laadbak en de radio op bovenmatig volume, maar de mannen lijken klaar met de heg. Maria voor me in de buggy deelt mijn analyse duidelijk niet. Ik zie het kleine vingertje alweer de lucht in gaan. Terecht, want vanachter de heg hoor ik iemand met zo’n blikkerig geluid een aluminium trappetje over stoeptegels slepen en even later verschijnt het hoofd van de man die we liever niet zien boven de heg. Hij grijnst, of dat lijkt zo. Geluid is er in elk geval nog niet dus duw ik de buggy in stevig tempo voor me uit terwijl Maria uit haar koepeltje hangt en streng rondblikt, als in een poging het geluidsgeweld met twee boze ogen terug zijn hok in te dwingen.
‘Je houdt niet van herrie, hè?’, roep ik naar haar.
Ze schudt haar hoofd.
‘Nee!’, roept ze terug. ‘Ik hou van pizza!’
‘Ah ja’, zeg ik. ‘Beter.’
Ik geef Maria gelijk. Pizza is leuker dan herrie.
Absoluut 🙂
Verrassend Jos, in het begin van je stukje lijkt het of Maria van herrie houdt, maar dat blijkt verrassend genoeg het tegendeel te zijn.
Ah, zo had ik hem nog niet gezien 🙂