‘Had jij vroeger ook dat je dingen niet lustte?’
Kleinzoon Jonas (9) is vanuit zijn thuisland Noorwegen op vakantie in Nederland en we zijn samen onderweg naar zijn neef en nichtjes waar hij een paar dagen gaat logeren. Dat gaat leuk worden, heeft hij al besloten. Maar natuurlijk kriebelen er met het naderen van onze bestemming ook wat twijfels binnen. Zoals over het eten bij andere mensen waarvan je maar moet afwachten waar ze mee op tafel komen. Al ziet hij ook direct lichtpuntjes in inmiddels opgedane levenservaring.
‘Ik heb geprobeerd en gegeten’, legt hij zoekend naar het juiste Nederlands uit. ‘Ik was eerst op vakantie en eette niks en toen geprobeerd en achter dat: ik eet!’
‘Knap’, zeg ik. ‘En handig!’
Hij knikt.
‘Ik vind honden heel eng’, vertelt hij verder over de stappen die hij op het pad van mind over matter heeft gezet.
‘En de hond van oma?’, stelt hij als schijnbaar retorische vraag.
‘Ah ja’, zeg ik. ‘Hoe is dat dan voor jou dat ze een hond heeft genomen?’
‘Ik heb geleerd en geleerd en nu durf ik te aaien’, zegt hij met een tevreden lach. ‘En ik durf hem eten te geven én ik vind het ook niet meer eng als hij zijn poot, met die… die nagels eraan… zoooo op mijn voet zet.’
Onwillekeurig trekt er met dat beeld voor ogen nog wel een rilling langs zijn rug.
‘Wow, jongen!’, zeg ik met oprechte bewondering.
‘Nu de katten bij Liam nog’, zegt hij terwijl we het station van onze bestemming binnenrijden.
In het huis van zijn neef en nichtjes zijn er maar liefst drie, dus geen geringe opgave lijkt me.
‘Die komen op zijn kamer en dan willen ze niet weg’, schetst hij zijn probleem.
En het besluit dat hij blijkbaar ook hierover heeft genomen.
‘Ik ga leren. Want ik ben goede vriend en ik wil bij hem logeren’.