Op de tramhalte onder mijn raam snijdt het rood en beige van de HTM door mijn beeld. In dat beeld plukjes scholieren. Met hoofddoekjes om, met leren jackies aan, met hoodies over hun hoofd geslagen, met tassen op hun rug of scheef over een schouder. Bij het arriveren op de halte omhelzen ze elkaar of doen boks-boks-boks, hand op het hart. Even verderop een man met witte buisjes uit zijn oren, vlakbij zijn evenbeeld met een oversized koptelefoon als een accolade over zijn hoofd. Tussen de rails flipperkast de wind met een leeg bierblikje. Een oude mevrouw zit op haar rollator en kijkt er naar. Naast haar hangt een meneer tegen een paal van het wachthokje. De kraag van zijn jas opgeslagen, tegen zijn knie zakt een lege boodschappentas langzaam onderuit.
Tot de tram komt, staat nagenoeg iedereen met één hand op borsthoogte. Het hoofd gebogen, de ogen vastgeklonken aan het telefoonscherm voor hun buik. Soms is er een kleine handbeweging, om te swipen.
We doen het vrijwel allemaal maar hebben elkaar ook geleerd dat beeld maar niks te vinden. Stompzinnig getuur, contactgestoord.
Het kan ook anders. In reizen andere tijden waren we in Moskou voor de start van een lange treinrit door Rusland, Mongolië en China. De metrostations daar waren in alles het tegenovergestelde van de halte voor mijn deur. Geen tochtige optreksels van glas en staal, maar hoge koepelzalen, van onder tot boven bekleed met in geglazuurde tegels uitgevoerde lofzangen op het arbeidersparadijs. Mannen met bovenarmen als een zuilengalerij die rondmarcheren of met een blije zwaai balen hooi opgooien naar rondborstig glimlachende vrouwen hoog boven op een oogstwagen. Op de glanzend gewreven vloeren van de perrons dwarrelt geen stofje rond. En wat ons nog het meest verbaasde: de rijen wachtenden staan vrijwel zonder uitzondering in serene rust een boek te lezen.
We hebben elkaar geleerd dat een mooi beeld te vinden. Cultuur ten top, een CPNB-droom come true.
Maar eigenlijk kijk ik liever aan die tweedeling voorbij en zie ik mensen in het volkspaleis van Ploshad Revolutsii of op de HTM-halte van Lijn 1 die in wezen allemaal hetzelfde doen: er zijn en ondertussen toch bij iets of iemand anders verkeren. Dat kunnen wij. Ik ben hier maar ook daar. Knap. En handig.